Altijd en overal…
In de praktijk komt hij bij mij omdat hij angsten heeft. School maakt zich zorgen. Hij kiest altijd voor veilig, vertrouwd, speelgoed dat hij al kent. Werkjes maakt hij niet, dat weigert hij. Best knap voor iemand met angsten. Blijkbaar is het werkje wèl maken nog enger dan de juf die dwingend naar je kijkt.
Bij mij speelt hij niet. Hij kijkt. Hij pakt speelgoed, houdt het vast… voelt en legt het terug. Precies zoals het lag.
Zijn ouders vertellen over hem. Over hoe hij ‘nee’ zegt op alles. ‘Nee’ tegen chocoladecake versieren, ‘nee’ tegen een ijsje halen. Nee, gewoon nee… altijd en overal.
Na twee sessies begint hij te vertellen aan mij. Over jongens in de klas die ruzie maken, schreeuwen en plagen. Niet tegen hem hoor, zegt hij, hij is namelijk onzichtbaar. Dat heeft hij geleerd. Ik zie het ook als hij in de praktijk rondloopt. Geluidloos, bijna op zijn tenen…
Als hij praat, is het een waterval aan woorden. Gespannen en met teveel kracht komt het eruit. Zijn stem klinkt broos. Zijn ogen branden in die van mij. Hij wil zo graag
begrepen worden. Zijn ogen roepen…
Ik zie hem, hij mag er zijn. Op zijn manier, in zijn tempo.
Het kasteel dat hij bouwt laat veel zien. Ramen open, deuren open. Iedereen mag naar binnen. Ik plaats er wachters voor, echte ridders. Hij schiet ze neer en gooit er bommen op. Weg bewaking.
Er is een koning in het kasteel. Hij slaapt, zegt hij. Hij let nooit op en is geen baas. Het is een suffe koning.
Ik ben nieuwsgierig. Ik weet nog niet waarom de koning suf is. Ik weet nog niet hoe de koning zo suf is geworden.
In de tussentijd heb ik een hek om het kasteel gezet. Uit voorzorg. Een bordje eraan met ‘niet betreden’ en ‘verboden’. Hij vond het overdreven, niet nodig ook… Het mag best stukgemaakt worden door andere kinderen, dat begrijpt hij wel, zegt hij. Ik niet, zeg ik, vandaar het hek.
Er komt een dag dat hij het ook begrijpt maar nu nog even niet.
– Monique